Onafgebouwde Viking Dragonfly verhuist van Aviodrome naar Inholland Delft University of Applied Sciences

(PH-APS/PH-SYS) Viking Dragonfly Mk.II

Lelystad Airport, 9 maart 2019 – In de T2-Hangaar van het Aviodrome troffen wij tussen de vleugeldelen van de DC-4 Skymaster een vreemd object aan. Wat was het? Op afstand was duidelijk een staartje te herkennen. En vleugels. Daar moesten we meer van weten!

De onafgebouwde Viking Dragonfly hier verscholen tussen vleugeldelen van de DC-4 Skymaster

De collectiebeheerder van het Aviodrome, Raymond Oostergo, gaf uitsluitsel. Het gaat hier om een Viking Dragonfly MK.II. Of althans een in aanbouw gestrand exemplaar daarvan.
Dit toestel stond al jaren in opslag op de zolder van de T2-Hangaar bij het Aviodrome. Het stond daar vreeslijk stof te happen en men ziet eigenlijk op dit moment geen reden om het toestel op enige manier aan de collectie te verbinden. Ook heeft men de komende tijd opslagruimte nodig voor andere toestellen. Deze zomer gaat de permanente collectie namelijk opnieuw ingericht worden. Kortom het Aviodrome wil af van het toestel.

Dee bovenste vleugel van de (PH-APS/PH-SYS) Viking Dragonfly Mk.II

Nu heeft men eerst contact gezocht met de toenmalige bouwer van dit kistje. Die heeft echter al lang mentaal en fysiek afscheid van zijn bouwsel genomen en hoeft het niet meer terug.

(PH-APS/PH-SYS) Viking Dragonfly Mk.II

Aangezien men bij het Aviodrome een warm kloppend luchtvaarthart heeft kan men het niet verkroppen dit exemplaar dan maar simpelweg te verschroten. Een nieuw tehuis is gevonden bij de Inholland Delft University of Applied Sciences, afdeling Composites. Op dit moment staat de onafgebouwde Dragonfly te wacht op vervoer naar Delft. Het transport staat gepland voor woensdag 20 maart 2019.

Viking Dragonfly

Eerst iets meer over de Viking Dragonfly. Dit is een Amerikaans ontwerp. Het toestel is ontwikkeld door Bob Walters en Al Nelson en is voortgekomen uit de ideeën van Burt Rutan en zijn Quickie (Model 54), waar het nog sterk op lijkt. Toch is het “van scratch af aan” ontwikkeld. De eerste Dragonfly vloog op 16 juni 1980.

G-BMVG QAC Quickie Q1 is een eenzitter waarvan het ontwerp model heeft gestaan voor de Dragonfly

Bob Walters is een oud US Navy piloot die zelfs nog Iraanse vliegers heeft leren vliegen op de Grumman F-14 Tomcats! Samen met zijn vrouw Ching en Al Nelson vormde hij Viking Aircraft.
De Dragonfly heeft twee zitplaatsen naast elkaar en het meest opmerkelijke aan het toestel is de positie van de vleugels. Een set vleugels zit voor de cockpit, laag bij de grond. De andere vleugel is op schouderhoogte achter de cockpit. Een conventionele staartvleugel ontbreekt.
Verder is het toestel vervaardigd uit foam, carbonfiber, epoxy en glasvezeldoek. Een techniek die door Burt Rutan met zijn Rutan Aircraft Factory (RAF) toepasbaar is gemaakt voor zelfbouwvliegtuigen.
Er zijn drie versies van de Dragonfly. De Mk.I, die heeft zijn wielen aan het uiteinde van de vleugels zitten. Gevolg hierbij is wel dat men over voldoende brede taxibanen dient te beschikken. De Mk.II heeft een conventioneel landingsgestel (met een staartwiel) . Tenslotte heeft de MK.III een landingsgestel met een neuswiel.

N19GK Viking Dragonfly Mk.I met de hoofdwielen in de vleugeltips

Voor de voortstuwing kan men kiezen voor Volkswagen- (60 pk / 45 kW) of Jabirumotoren (85 pk / 63 kW). Deze motoren leveren minder vermogen dan die worden toegepast op de door Rutan ontworpen Quickie. Hierdoor is het toestel weliswaar minder snel, maar het laat zich ook wat gemoedelijker vliegen.

D-EAAQ Viking Dragonfly Mk.II in het Technik Museum in Speyer (D)

In 1980 ontving dit model tijdens de EAA AirVenture op Oshkosh de award voor ‘Outstanding New Design’. Datzelfde jaar werd dit model verkozen tot ‘Grand Champion’ tijdens de Ramona EAA Fly-In in Californië.
In de beginjaren werd ingeschat dat het bouwen van dit toestel $5.000,- aan materiaal zou gaan kosten. De kosten voor de tekeningen werden aangekondigd voor een prijs van $175,-. Het werd daarbij aangeprezen als een toestel waarbij het, zelfs voor een beginnende bouwer, mogelijk is om met moderne technieken een sterk en fraai gelijnd toestel te maken zonder dure voorgevormde mallen aan te schaffen. Inmiddels zijn er meer dan 500 sets tekeningen verkocht.

De bouwer

Na het zien van de onafgebouwde Dragonfly hebben we contact gezocht met de bouwer hiervan, Thom Sijs. We waren benieuwd naar zijn verhaal van dit onvoltooide zelfbouwproject.
Wat bleek is dat Thom Sijs op 1 oktober 1982 is gestart met de bouw van dit toestel. Hij had in 1980 zijn brevet gehaald en was vastberaden om veel vlieguren te gaan maken. Een vliegtuig huren kon daarbij nog wel eens in de papieren gaan lopen. Vandaar dat hij op het idee kwam om zelf een vliegtuig te gaan bouwen om zo goedkoper door de lucht te kunnen bewegen.
Bij het kiezen van een geschikte zelfbouwkit is de Rutan LongEz en de Viking Dragonfly Mk.II overwogen. De keuze op de Dragonfly is met name gevallen omdat je in dit toestel naast elkaar kunt zitten. Vliegen is namelijk volgens Sijs vooral iets wat je met elkaar doet. Hij schaart dit onder het motto ‘Fun For Two’, onthoudt u die term even!

(PH-APS/PH-SYS) Viking Dragonfly Mk.II heeft een ‘Fun for Two’ gehalte

Verder was de Dragonfly een zuinig toestel waar je bij 140 kts zo’n 20 liter brandstof per uur zou gaan verbruiken. Daarnaast waren de bouwkosten van het toestel laag omdat eigenlijk alles eerst zelf gemaakt moest worden, niets werd kant en klaar geleverd.
Als motor werd gekozen voor een Volkswagenmotor. De Jabiru motor was toen nog niet leverbaar.
Met de toenmalige Rijksluchtvaartdienst (RLD) werd de bouw afgestemd en ook werd aansluiting bij de NVAV gezocht. Het bouwpakket kreeg als constructienummer 288 mee. De NVAV kende als project No. 60 toe en bij de RLD ging het als project No. A82-029 in de boeken.

(PH-APS/PH-SYS) Viking Dragonfly Mk.II heeft in de loop der jaren een dikke laag stof verzameld

Voor Nederland was dit één van de eerste toestellen die met epoxy en glasvezeldoek zou worden samengesteld. De toenmalige verantwoordelijke vanuit de RLD is daarom zelf nog een dagje mee komen helpen met het bouwen aan de canardvleugel om te ervaren wat deze nieuwe bouwtechniek inhield.
De bouw van dit toestel vond plaats in de woonkamer. Het 8-uur journaal kon vanuit de cockpit bekeken worden en de vleugels hingen op een gegeven moment gemakshalve aan het plafond! Dit was indertijd reden genoeg voor televisiemaker Leo van der Goot om bij Sijs thuis filmopnames te maken voor zijn luchtvaartserie ‘SuperWings’, medio jaren ’80.

Vanuit de cockpit kon in de huiskamer TV worden gekeken

Registratie

Thom Sijs had ook al over een registratie nagedacht voor zijn vliegtuig. In oktober van 1985 werd het kenmerk PH-APS gereserveerd op naam van A.P. Sijs uit ’s-Hertogenbosch. In 1990 kwam hij op andere gedachten en vroeg als reservering PH-SYS aan bij de RLD. Helaas… te laat! Dat kenmerk was inmiddels toegekend aan een ballon.
De PH-SYS werd in 1991 een Cameron A-105 heteluchtballon (c/n 2432) van de Stichting Ballonvaart Noord-Nederland. Deze ballon is inmiddels al een oudje maar staat nog altijd in het Nederlandse luchtvaartregister in geschreven.

De registrtie PH-SYS is in 1991 toegekend aan deze Cameron A-105 (Joure, 1992)

Dan maar weer terug naar de eerste optie PH-APS? In mei 1995 werd ook die reservering door de RLD uit de boeken gehaald.
De bouw van het toestel verliep ondertussen minder voorspoedig dan eerst was voorzien. Dat kwam omdat de bouwer gelukkig voorspoed kende op andere – niet onbelangrijke – terreinen. Zo kende zijn carrière een gezonde opbouw en er kwamen eind jaren ’80 twee kinderen in het gezin. Het bouwen aan de Dragonfly kwam daardoor op het tweede plan.

Innoviatiek

Nu het werk aan het toestel toch stillag vroeg Peter van de Noort (toenmalig Collectie- en Expositiemanager bij het Nationaal Luchtvaartmuseum Aviodome) in 1995 of hij het in aanbouw zijnde toestel mocht gebruiken voor een thematentoonstelling ‘Innoviatiek’ in het Aviodome op Schiphol.
Tijdens deze tentoonstelling was een toekomstbeeld te zien van de luchtvaart in de volgende eeuw. Daarbij wilde men alleen de werkelijkheid laten zien, geen science fiction. Wilde plannen zonder wetenschappelijke basis kwamen niet door de ballotage. De Viking Dragonfly met zijn vernieuwende productietechnieken paste daar goed bij. Op deze tentoonstelling waren nog andere bijzondere vliegtuigen te zien. De meest markante was de Moller Skycar vliegende auto.
Over het plaatsen van zijn toestel in een museum merkt Thom Sijs laconiek op: “Tjsa, ik was nog geen 40 jaar, nog niet dood en er stond al werk van mij in een museum… Dan moet je oppassen!” Thom Sijs stemde in omdat het werk eraan toch stillag en hij had de gedachte dat de Dragonfly slechts tijdelijk naar het museum zou gaan. Dan zou het later afbouwen.

(PH-APS/PH-SYS) Viking Dragonfly Mk.II als museumstuk

Dat tijdelijk werd echter permanent. Hij heeft het toestel nimmer meer opgehaald om af te bouwen.  En met de verhuizing van het Aviodome op Schiphol naar het Aviodrome op Lelystad Airport is de zelfbouwkist meeverhuisd. Alleen de verhuisdoos werd nimmer meer opengemaakt…

Eigen vliegtuig

Wat de zaak ook “geen goed” heeft gedaan is het feit dat Thom Sijs in 1995 in staat was een eigen Cessna 172 aan te schaffen. Dat was de N1454F, een Cessna 172H uit 1966. Dit toestel is overigens nog steeds in zijn bezit. Het is inmiddels Duits geregistreerd (D-EUGD) en voorzien van een zuinige dieselmotor.

D-EUGD Cessna 172H Skyhawk van Thom Sijs

Er is nog wel geprobeerd om het onafgebouwde vliegtuig te verkopen aan iemand die het af kon maken. Het lukte alleen niet om daar een koper voor de vinden die een geschikte prijs hiervoor wilde bieden.

Gyrokopter

Als we dan toch in dit artikeltje alle vliegtuigen van Thom Sijs de revue laten passeren, dan mag zijn gyrokopter daar niet in ontbreken. Hij heeft namelijk ook nog gevlogen met de door Stuart Wickson gebouwde N2893 Bensen B-8M Gyrokopter (c/n 4457034). Dit toestel uit 1971 was voorzien van een 4 cilinder 2-takt van McCullough motor met 90 pk (66 kW). Het stond op naam van Vintage Aircraft (Lelystad) Inc. uit Houston (TX).

Met deze (N2893) Wickson-Bensen B-8M Gyrokopter heeft Thom Sijs ook nog gevlogen (Breda/Seppe, 2017)

Inmiddels is dit toestel niet langer luchtwaardig en is het geschonken aan het Vliegend Museum op Breda International Airport (Seppe). Daar hangt het aan het plafond van de museumhangaar.  Formeel is de registratie pas 4 april 2017 doorgehaald in de VS.

Het bloed blijft kruipen

De bouw van de Dragonfly was dan wel gestrand. En Thom Sijs kan lekker vliegen wanneer hij wil met zijn Cessna 172H. Toch bleef het bouw-bloed kruipen waar het niet gaan kon. Inmiddels is hij in 2018 gestart met opnieuw een zelfbouwproject. In zijn hangaar op Lelystad Airport wordt een Van’s RV-12iS in elkaar gezet. Dit toestel gaat in 2019 vliegen en komt voorlopig zeker niet in een museum te staan!

Thom Sijs met zijn – in aanbouw zijnde – (PH-FFT) Van’s RV-12iS (Lelystad, februari 2019)

Voor deze kist is ook al een registratie bekend. En deze is op tijd vastgelegd, sterker nog, dit toestel staat al ingeschreven (zij het nog zonder Bewijs van Luchtwaardigheid). Dit wordt de PH-FFT. En dat staat weer voor ‘Fun For Two’, een thema dat we al eerder bij Thom Sijs waren tegengekomen.

Dragonfly’s in Nederland

In Nederland werd het model van de Dragonfly opgepikt door nog meer zelfbouwers. Er zijn in totaal drie exemplaren bekend. De hier besproken PH-APS/PH-SYS, de PH-HBR (c/n 124, NVAV No. 48 / RLD No. A82-030) en de PH-JOP (c/n 210, NVAV No. 57 / RLD No. A82-034).
De PH-HBR hangt tegenwoordig aan het plafond van de “Prekas-hangaar” in Lelystad en is op dit moment niet luchtwaardig. De start van de bouw van dit toestel was exact op dezelfde datum als de PH-APS/PH-SYS, namelijk 1 oktober 1982. Geen toeval! Dat komt omdat de bouwer Henk Brouwer meeliftte op de afspraken die met de RLD door Thom Sijs waren gemaakt over de bouw van dit model in Nederland.

PH-HBR Viking Dragonfly Mk.II aan het plafond van de ‘Prekas-hangaar’ (Lelystad, maart 2018)

Even later, op 10 november 1982, startte een derde project voor de bouw van een Viking Dragonfly Mk.II. Die bouwer was – de inmiddels overleden – Wulfert van der Waals uit Egmond aan Zee. Thom Sijs en van der Waals werkten veel samen. Het ene weekend werd iets gemaakt voor het toestel van Sijs. Het weekend erop werd hetzelfde klusje nogmaals gedaan bij van der Waals in Egmond aan Zee.
Vanwege een drukke baan voor de EEG moest van der Waals zijn Dragonfly verkopen voordat hij er mee kon vliegen. De nieuwe eigenaar werd J.P. Lievens uit Vinkeveen. Uiteindelijk werd er op 4 september 2008 voor dit toestel een BvL afgegeven met als kenmerk PH-JOP. Op 1 maart 2011 werd het echter alweer afgeschreven.

PH-JOP Viking Dragonfly Mk.II (Lelystad, mei 2016)

Ook de PH-JOP is niet meer luchtwaardig. Het laatst is het gezien in 2016 in de hangaar van Zelf Vliegen op Lelystad Airport. Dit toestel is daarna tijdens een veiling in juli 2016 verkocht. Online heeft een Pool hier een bod op gedaan. Later is het met een Pools busje opgehaald bij Zelf Vliegen en met de (Poolse) noorderzon vertrokken.

Een gedachte over “Onafgebouwde Viking Dragonfly verhuist van Aviodrome naar Inholland Delft University of Applied Sciences

Geef een reactie