Kestenholz, 23 augustus 2009 – Na het overweldigende succes van de eerste aflevering van ‘Wie van de Twee?’ kunnen we hierbij de tweede editie presenteren. Eerste editie gemist? Kijk die dan HIER terug!
Het gaat om het oude TV-spel ‘Wie van de drie?’ Wie keer er tussen 1963 en 1983 niet naar dit populaire AVRO-programma met als bekendste spelleider Herman Emmink? Uit drie kandidaten moest de enige echte putjesschepper of raketgeleerde gehaald worden. De andere twee probeerden met hun antwoorden op vragen van het pannel hen om de tuin te leiden. Bordjes op de knieën en kiezen maar! Wie is de enige echte…
Datzelfde spel, maar dan met twee kandidaten, kunnen we doen voor de tweede keer, nu met de Stinson L-5 Sentinel met het militaire serial 42-99186.
We stellen de kandidaten even aan u voor.
Kandidaat 1: “Hallo! Mijn naam is 42-99186 en ik ben een Stinson L-5 Sentinel.”
Kandidaat 2: “Hallo! Mijn naam is 42-99186 en ik ben een Stinson L-5 Sentinel.”
Herman Emmink: “Ik ben een Stinson L-5 Sentinel uit 1942. Ik heb in de Tweede Wereldoorlog gediend aan het front in Frankrijk, daar bewaar ik bijzondere herinneringen aan. Was getekend Stinson L-5 Sentinel 42-99186.”
Wil de echte Stinson 42-99186 dan nu opstijgen?
In dit geval is niets wat het lijkt. De N121MC draagt de kleuren en kenmerken van de 42-99186. Dat is echter historisch niet juist. De echte 42-99186 is namelijk de HB-TRY die in de kleuren van de Zwitserse luchtmacht vliegt met het voormalige Zwitserse militaire kenmerk A-96.
Hoe is dat zo gekomen? Welnu, op 12 oktober 1944 vloog de 42-99186 een verkenningsmissie vanaf Dole/Tavaux in Frankrijk. De kist zou richting Epinal moeten vliegen maar week af van zijn koers en vloog richting de Zwitserse grens. Vervolgens vloog het toestel het Zwitserse luchtruim binnen. Daar werd het beschoten door de Zwitserse luchtafweer. Zwitserland was dan wel neutraal in de Tweede Wereldoorlog, zij bewaakten hun landsgrenzen echter wel.
De brandstofleiding van de kist werd geraakt en de motor begon te sputteren. Vervolgens moest de Stinson een noodlanding maken. Dat was bij Vacherie Dousses in de Zwitserse Jura, één kilometer van de Frans-Zwitserse grens.
De piloot zou vervolgens verklaard hebben dat zijn kompas niet in orde was. Of dat werkelijk zo is valt niet meer na te gaan. Ook is er een versie waarbij de piloot vanwege minder vliegcondities de weg is kwijtgeraakt. Dat lijkt niet erg waarschijnlijk met een gemelde wolkenbasis rond de 5.000ft.
De kist bleek slechts licht beschadigd en het toestel werd overgebracht naar Dübendorf in Zwitserland. Vervolgens lijfde de Zwitserse luchtmacht dit toestel in en zij gingen ermee vliegen tot 22 oktober 1945 met als kenmerk A-96. Ook werden duidelijke rood-witte strepen aangebracht alsmede de Zwitserse vlag om aan te geven dat het een toestel uit een neuraal land betrof.
Na de Tweede Wereldoorlog moesten alle in beslag genomen vliegtuigen van de geallieerde landen teruggegeven worden. Zodoende werd de 42-99186 (die nu A-96 geworden was) op 25 oktober 1948 op Bern overgedragen aan de Amerikaanse militaire attaché, Colonel Edward Cheetle.
De Amerikanen waren echter niet van plan om het toestel te repatriëren. Daarom werd het in het voorjaar van 1950 verkocht aan Alpar AG uit Bern. Zij schreven het toestel in het civiele register van Zwitserland in als HB-TRY. Daarbij werd als constructienummer het oude Amerikaanse serial gebruil, 42-99186. Wat het werkelijke constructienummer van deze kist is weten we daardoor niet.
Tussen 1965 en 1968 hiel de HB-TRY zweefvliegtuigen omhoog bij de Segelfluggruppe Thun. Daarna werd de kist uitgeschreven en kwam het bij restaurant ‘Chommle’ tussen Beromünster en Sursee te staan als blikvanger te staan.
Op 12 oktober 1979 werd het toestel verkocht. De tand des tijds had het kistje niet veel goeds gedaan. De eerste jaren werd er niets ondernomen met het toestel. Uiteindelijk is het in Hongarije in Kaposvár bij het bedrijf Fly-Coop volledig gerestaureerd. Daar maakte het op 9 mei 2006 geheel gerestaureerd zijn tweede “maiden flight”. Sindsdien is de kist weer gespoten in de kleuren zoals het kort door de Zwitserse luchtmacht is gebruikt, inclusief de registratie A-96. Tegenwoordig staat dit toestel op naam van Christoph Dubler en staat het gebaseerd op Grenchen.
Nu komt de verwarring
Maar hoe zit het dan met de N121MC Stinson waar de registratie 44-99186 op staat? Die kist is oorspronkelijk de 42-99442 (c/n 761684) en is in 1944 indienst gekomen bij de USAAF. Zij droegen de kist echter weer over aan de US Marines. De typeaanduiding werd daardoor officieel Stinson OY-1. De kist werd in de Pacific ingezet. Op 31 mei 1946 werd het toestel aan de kant gezet en kwam in de loop der tijd een aantal keer in andere handen terecht.
Tussen 1997 en 1999 is deze kist in Chino (Californië) grondig gerestaureerd en sindsdien vliegt het als N121MC.
Op 30 november 2001 kwam de kist aan in Zwitserland. Het toestel was aangeschaft door de Zwitserse tak van de Commemorative Air Force (CAF), een wereldwijde vereniging met luchtwaardige historische militaire vliegtuigen.
Om de relatie tussen de Stinson L-5 en Zwitserland uit de drukken bracht de CAF in Zwitserland de registratie 42-99186 op het toestel aan. Zo is een kopie van de krijgsgevangen L-5 uit 1944 geboren.
Beide kisten kwamen in 2009 gezamenlijk binnen bij de vliegshow die georganiseerd was op het voormalige vliegveld Kestenholz in Zwitserland. Op een grasstrip was hier tijdelijk een vliegveld aangelegd. Dit evenement werd door tal van interessante old-timers bezocht, een unieke happening. De twee Stinsons waren daar een leuk koppel bij!