EAA AirVenture, Oshkosh, juli/augustus 2011. 2013, 2017 – De Howard 500 is een formidabel toestel dat speciaal voor het gebruik als privévliegtuig van ‘captains of industry’ was bedoeld. Toch werd de Howard 500 geen succes. Het is bij zeventien exemplaren gebleven. Het toestel kwam te laat op de markt en werd voorbijgevlogen door modernere turboprops en bizjets met straalmotoren.
De Howard 500 is, in tegenstelling wat sommigen denken, niet afkomstig van Howard Hughes, Hughes Aircraft of the Howard Aircraft Company (bouwers van de eenmotorige Howard DGA). Het zit anders. Durrell Unger “Dee” Howard (26 mei 1920 – 12 februari 2009) is de bedenker van dit vliegtuig.
Executive vervoer
In de jaren vijftig bleek er grote behoefte aan comfortabele reisvliegtuigen voor gefortuneerde zakenlieden. Dikwijls werden oude vliegtuigen uit de Tweede Wereldoorlog hiervoor omgebouwd.
Lodestar / Ventura
Voorbeelden daarvan zijn omgebouwde Douglas B-23 Dragons of de Douglas A-26 Invaders als On Mark Merchantan. Ook de Lockheed PV-1 Ventura en PV-2 Harpoon liet zich hiervoor vanwege hun ruime romp uitstekend lenen. De ombouw van die modellen werd onder andere gedan door Dee Howard Co uit San Antonio, Texas.
Het was het model van de PV-1 Ventura (ontstaan uit de civiele Lockheed 18 Lodestar) die Dee Howard samen met Ed Swearingen ter hand nam om er iets nieuws van te maken. Eerder hadden zij al van de Lockheed 18 Lodestar de Howard 250 gemaakt. Nu was de Ventura aan de beurt.
Ingrediënten
Er werd een nieuwe verlengde (+1,22 m) en diepere romp ontwikkeld met een drukcabine. Die romp bood plaats aan twaalf passagiers. Er kwam zelfs een afgesloten toilet aan boord. Waar vroeger bij de Ventura het bommenruim zat, kwamen nu twee grote bagagecompartimenten.
De uiterste vleugeldelen en de staartvlakken werden van de Lockheed PV-1 Ventura overgenomen. Het onderstel van de PV-2 werd geleend met daarbij de remmen van de Douglas DC-7. Door het toepassen van grote brandstoftanks in de nieuwe center-wingsectie was de Howard 500 een echte lange afstandsmachine die trans-Atlantisch kon vliegen.
Twee geweldige 18-cilinder Pratt & Whitney R-2800 stermotoren van ieder 2.500 pk (1.835 kW) moesten het toestel voortbewegen. Deze motoren werden bijvoorbeeld ook gebruikt bij de Douglas DC-6. De propellerhubs (waar de bladen op gemonteerd zijn) kwamen van de Vought F4U Corsair, de propellerbladen van de Lockheed Constellation en de spinners van de Douglas DC-7. Allemaal ingrediënten voor een fenomenaal reisvliegtuig.
Net als koken
En net als bij een goed menu; als er lekkere ingrediënten ingaan moet er wel haast een lekker gerecht uit voortkomen. Dat gold voor de Howard 500 ook!
Complex
De Howard 500 gaat de boeken in als het meest geavanceerde vliegtuig met stermotoren en het was tevens het laatste geproduceerde passagiersvliegtuig met stermotoren. Dit luxe vliegtuig was uitgerust met mechanische, elektrische, pneumatische en hydraulische systemen. Ongetwijfeld een snoepwinkel voor de rechtgeaarde vliegtuigtechneut, maar erg bewerkelijk in het onderhoud. Om aan te geven hoe complex dit toestel is, voor één uurtje vliegen moet ongeveer twintig uur gesleuteld worden!
Tien jaar te laat
De eerste vlucht van een Howard 500 vond plaats in september 1959. Op dat moment moest de Howard 500 het al opnemen tegen de Gulfstream 1 tuboprop die ruim een jaar eerder zijn eerste vlucht maakte. Een Howard 500 moest $595.000,- kosten. Een Gulfstream 1 meer dan een miljoen Dollar. Howard dacht dat niemand dat voor een privévliegtuig zou betalen. Bovendien zijn Howard 500 “liep” op het makkelijk voorhanden zijnde AvGas en zijn toestel kon van onverharde banen opstijgen.
Howard had het mis. Zijn model 500 werd een commerciële mislukking. Het toestel kwam een decennium te laat. De productie bleef bij zeventien exemplaren steken (c/n 500-101 t/m 500-117). Van de veel duurdere Gulfstream 1 werden er 200 gebouwd.
Certificering
Een vertragend probleem bij de ontwikkeling van de Howard 500 was de certificering van het toestel. Dat vergde niet alleen veel tijd omdat het toestel zo complex was met veel systemen. Ook werd geen enkel exemplaar hetzelfde gebouwd, Ieder toestel werd op wens van de klant aangepast. Daarom duurde het van 1959 tot februari 1963 voordat de FAA een typecertificaat voor de Howard 500 uitgaf.
Omgebouwde PV-1 Ventura
Kopers die niet zo lang op de FAA-certificatie wilden wachten kochten een omgebouwde PV-1 Ventura met drukcabine van Howard. De gedachte was dat wanneer de Howard 500 gecertificeerd was, deze eveneens onder dat certificaat herkeurd zouden kunnen worden. Dat is in 1963 en 1964 ook met een aantal toestellen gebeurd, maar niet met allemaal.
Er vliegen wereldwijd nog maar twee Howard 500’s. De N500LN en de N500HP. Beiden zijn eigendom van de Amerikaan Tony Phillippi. Hij heeft ook nog twee niet vliegende exemplaren in zijn bezit.
N500LN
Als eerste kijken we even naar de N500LN. Dit is een omgebouwde Lockheed PV-1 Ventura. Dit toestel werd door de US Navy in gebruik genomen in 1943 met Buro Number 34670. Het constructienummer was 5560. Dit toestel zou bij de Britse Royal Air Force gaan vliegen als Ventura GR.V met serial FP579. Dat is uiteindelijk niet doorgegaan en het toestel is naar de luchtmacht van Zuid-Afrika gegaan als 6417. Daar heeft de PV-1 van september 1943 tot en met december 1960 gevlogen. Pas daarna is dit toestel omgebouwd tot een Howard 500 met als nieuw constructienummer 500-113.
Als eerste is dit exemplaar eind 1962 als N539N gaan vliegen. Vervolgens is het de N200G, N206G en N381RD geweest. Op 8 juli 1978 werd het de N500LN. Duncan Baker van Baker Petroleum Ltd. werd de eigenaar en de kist kwam per 6 oktober 1978 op Exeter te staan.
De N500LN heeft een tijd lang in Groot-Brittannië gevlogen. Vervolgens raakte de kist jaren in de vergetelheid in een Britse hangaar tot Phillippi het toestel op 9 december 2009 kocht. Na een voorzorgslanding in Salzburg in Oostenrijk bleek dat de twee stermotoren gereviseerd moesten worden. Die werden opgestuurd naar de Verenigde Staten en later in de hangaar van Red Bull op Salzburg weer gemonteerd. Daarna is de N500LN naar de Verenigde Staten vertrokken.
Vervolgens werd in de werkplaats van het bedrijf van Phillippi, (TP Aero in Eagan, Minniapolis) gedurende vier jaar aan de kist gewerkt. Het interieur werd in originele staat gerestaureerd met twaalf zetels en twee bars erin. Grootste klus van de restauratie was het vinden van een nieuwe compressor voor de cabinedruk. Dit was een zeer specifiek apparaat en het duurde even voordat iemand gevonden werd die dit kon leveren. Uiteindelijk kreeg het toestel op 11 augustus 2015 opnieuw zijn Bewijs van Luchtwaardigheid terug.
N500HP
De tweede Howard 500 van Philippi is de N500HP. Het toestel draagt constructienummer 500-105 en is in 1963 gebouwd. In dit toestel heeft Elvis Presley nog gevlogen. Dat was in de tijd toen het toestel eigendom was van de jukeboxfabrikant Seeburg.
De N500HP draagt op de romp een agressieve Donald Duck op de rug van een Howard 500 die een Gulfstream V bizjet aanvalt. Een uiting van de (verloren) strijd die dit toestel leverde tegen modernere zakenvliegtuigen.
Oshkosh
In 2013 en 2017 waren beide luchtwaardige Howard 500’s te zien tijdens de EAA AirVenture op Oshkosh, Wisconsin. Een unieke gelegenheid. Of dit ooit nog weer eens zal voorkomen? Laten we het hopen!
Overigens was er in 2013 en 2017 bij de AirVenture nog een geweldig toestel in ongeveer dezelfde kleuren als de N500LN te bewonderen. Dat was de N98TP Grumman HU-16B Albatross. Ook dit amfibievliegtuig staat op naam van TP Aero van Tony Phillippi.