De kleinste van de familie op Lelystad Airport

OO-MLD Tipsy Nipper T.66 Mk.III is het kleinste vliegtuig op Lelystad Airport

Lelystad Airport, 1 mei 2021 – Op zaterdag 1 mei 2021 arriveerde op een aanhanger de – tot nu toe – kleinste bewoner van Lelystad Airport. Vanaf Breda/Seppe werd de OO-MLD Tipsy Nipper T.66 Mk.III afgeleverd. Dit toestel stond jarenlang in opslag op het Brabantse veld en is op 27 april 2021 eigendom geworden van Ronald van Steijn.

OO-MLD Tipsy Nipper T.66 Mk.III op Schaffen-Diest, 14 augustus 2010 (Foto: Henk Wadman)

Geschiedenis Tipsy Nipper

De kleine Tipsy Nipper T.66 is een ontwerp van de Belg Ernest Oscar Tips (1883 – 1968). De naam Nipper stamt af van een dagelijkse cartoon in de ‘Daily Mail’ over een klein vervelend jongetje die kattenkwaad uithaalde. Hij werd ‘Nipper’ genoemd. Tips noemde zijn oudste zoon ook ‘Nipper’ en zo ging uiteindelijk deze bijnaam over op één van zijn vliegtuigontwerpen, de Tipsy Nipper T.66.

De eerste Tipsy Nipper vloog op 12 december 1957. Dat was de OO-NIP. Wat er uiteindelijk met dit prototype is gebeurd is onbekend. Wel is er een niet-vliegende replica gebouwd in 1989. Deze ‘OO-NIP’ staat in dezelfde kleuren als de echte OO-NIP tentoongesteld in het luchtvaartmuseum van Brussel.

OO-NIP Tipsy Tipper T.66 Mk.1 (replica prototype) In het Koninklijk Leger Museum Brussel (10 mei 2014)
Advertentie van de Tipsy Nipper

Tegen het einde van 1958 was de productielijn voor de Nippers gereed bij Avions Fairey in het Belgische Gosselies. Daar zouden in totaal 78 Tipsy Nippers gebouwd worden naast het prototype. Overigens werden niet alle kistjes vliegklaar afgeleverd. Een aantal werden als zelfbouwtoestel geleverd of gedeeltelijk gemonteerd verscheept naar Canada, Australië of Zuid-Afrika. Bij Avions Fairey werden uiteindelijk c/n 01 tot en met 59 vervaardigd.

Twee varianten

Bij Avions Fairey werden twee verschillende versies van de Nipper gebouwd. Het verschil zat in de gebruikte motor. De T.66 Mk.1 had een (VW) Pollman Hepu 1200cc motor van 25 pk (18 kW). De ander versie was de T.66 Mk.2 met een (VW) Stark Stamo 1400A motor van 45 pk (33 kW)

Starfighters

Bij Fairey in Gosselies ging men zich toeleggen op het onderhoud van Hawker Hunters en Republic F-84F Thunderstreaks van de Belgische, Nederlandse en Franse luchtmacht. Toen men in 1961 de order kreeg voor de assemblage van 194 Lockheed F-104G Starfighters was er geen plek meer voor de productie van de Tipsy Nippers.

Cobelavia

In 1962 gingen de productierechten over naar Cobelavia (Compagnie Belge d’Aviation) van de Belg André Delhamende. Cobelavia was slechtst een handelsnaam, het bedrijf zelf heeft nooit bestaan. Delhamende assembleerde een aantal niet afgebouwde Fairey Nippers, maar maakte zelf geen nieuwe exemplaren. De Cobelavia Nippers werden Tipsy Nipper D-158 Mk.2 genoemd. Hier werden uiteindelijk c/n 60 tot en met 79 geassembleerd.

Advertentie van de Cobelavia Nipper D-158 Mk.2

Delhamende / Cobelavia paste men naast de VW-motor ook een Britse Rollason Ardem motor toe van 45 pk (33 kW). Dat model werd aangeduid als T.66 Mk.III.

Slingsby

Voor de tweede keer gingen de productierechten over in andere handen. Dat was in 1966. Toen kwamen deze te liggen bij de Brit David Antill. Hij richtte Nipper Aviation Ltd. op en opende een productielijn bij Slingsby in Kirbymoorside. Daar zijn nog eens zo’n 33 Nippers gebouwd. Deze werden Tipsy Nipper T.66 Mk.IIIA genoemd met c/n S100 tot en met S133.

Tijdens een brand in de fabriek op 18 november 1968 gingen een aantal Nippers in aanbouw verloren. Van sommigen werden nog wel onderdelen gebruikt op andere toestellen.

Uiteindelijk zijn veel Nippers nimmer afgebouwd. In 1988 kocht de Belg Raymond Cuypers de geproduceerde delen op die in de voormalige Cobelavia hangaar lagen op Gosselies. Cuypers ontpopte zich als Nipper-specialist en schreef zelfs een boek waar alle fabrieksgebouwde Tipsy Nippers aan bod komen.

Zelfbouw

Nadat in 1971 het Britse Nipper Aviation failliet ging kwamen de bouwtekeningen van de Tipsy Nipper op de markt voor zelfbouwers via Nipper Kits and Components Ltd. Inmiddels zijn er diverse homebuilt Nippers luchtwaardig.

G-ENIE Tipsy Nipper T.66 Mk.IIIB is een voorbeeld van een homebuilt exemplaar (Sywell, 1 september 2018)

Postzegel

De Tipsy Nipper is voor België een iconisch vliegtuig, net al bijvoorbeeld de Stampe en Vertongen SV-4 dubbeldekker. In 2016 is er zelfs een postzegel van dit kleine toestelletje uitgegeven.

De Tipsy Nipper heeft in 2016 een eigen postzegel gekregen in België

OO-MLD

Tot zover de geschiedenis van de Tipsy Nipper in het algemeen. Laten we nu eens nader inzoomen op de OO-MLD.

OO-MLD Tipsy Nipper T.66 Mk.III (Schaffen-Diest, 13 augustus 1994)

Over de historie van de OO-MLD is best wel wat te vertellen. Zo is dit toestel in 1961 vervaardigd in de fabriek van Avions Fairey sa in Gosselies. Als constructienummer kreeg dit toestelletje 73 mee. Het framenummer is F1085 en het nummer van de vleugels is 2071. Op het typeplaatje wordt vermeld dat het een Tipsy Nipper T.66 Mk.2 is. Het identificatieplaatje bevindt zich achteraan op het frame, op de verticale buis bij het hoogteroer. Voor de leesbaarheid is het beeld hieronder gekanteld.

Het typeplaatje van de OO-MLD Tipsy Nipper T.66 met daarop nog Mk.2, framenummer F1085 en c/n 73

Het kistje hoorde echter niet tot de serie die door Fairey is afgebouwd en dus en ging c/n 073 in 1962 over naar André Delhamende. Hij nam de Tipsy Nipper productierechten in 1962 over en handelde onder de naam Cobelavia.

Pas in 1973 werd het toestel verkocht en wel aan de Nederlander P. Pluymen uit Weert. Omdat het toestel op dat moment niet compleet was gebruikte hij waarschijnlijk het landingsgestel van de Tipsy Nipper PH-MEV (c/n 49). Die had Pluymen gekocht nadat de PH-MEV bij een harde landing op Hilversum op 29 augustus 1970 beschadigd was geraakt. De vleugels kwamen van de op 14 februari 1973 gecrashte G-AVKH (c/n 70). Nog steeds had het toestel niet gevlogen.

Eindelijk de lucht in

Pluymen verkocht de Tipsy Nipper weer en in 1984 werd Belg Roger Baetens de nieuwe eigenaar. Hij liet het toestel op 16 juli 1985 inschrijven op naam van R. Baetens met als houder Gerard Vroman uit Zwartberg. Vanaf Zwartberg maakte de OO-MLD dan ook zijn eerste vlucht op 21 december 1986, vijfentwintig jaar na de “kiellegging” van dit toestelletje. In het Belgische luchtvaartregister wordt 1972 als bouwjaar aangehouden. Dat is wel opmerkelijk, want in dat jaar was het toestel nog niet luchtwaardig en/of ingeschreven. Historisch gezien zou in onze ogen 1961 dan ook niet misstaan als bouwjaar.

OO-MLD Tipsy Nipper T.66 Mk.III op Schaffen-Diest, 15 augustus 1987 (Foto: Georges van Belleghem collectie )

Op 4 november 1989 werd de OO-MLD overgevlogen naar Zoersel-Oostmalle en de houder Gerard Vroman werd doorgehaald in de administratie. Het toestel kwam vanaf september 1990 in opslag op Zoersel-Oostmalle en uiteindelijk verliep het bewijs van luchtwaardigheid van de OO-MLD op 28 juni 1995.

Eerste restauratie

In 2004 kwam er weer beweging in de OO-MLD. Over de weg werd de Tipsy Nipper naar Wevelgem gebracht. Op 5 juni 2004 kwam het kistje weer vliegend retour naar Zoersel-Oostmalle. De OO-MLD was weer luchtwaardig gemaakt door Vroman Air Service bvba. Tijdens deze restauratie is de motor van de Nipper gewijzigd naar een Britse Rollason Ardem Mk.X motor van 50 pk (37 kW). Door de Ardem motor is het een Tipsy Nipper T.66 Mk.III geworden.

De OO-MLD heeft een Rollason Ardem Mk.X motor

Tweede restauratie

Per 26 januari 2008 kwam de OO-MLD in handen van de Nederlander Cris Neidt van CNE Air op Midden-Zeeland en Seppe. Het kistje werd op 23 februari 2008 over de weg naar Raymond Cuypers van Raymond’s Aircraft Restoration (R.A.R.) op Antwerpen gebracht, dé eerdergenoemde specialist op het gebied van Tipsy Nippers.

De OO-MLD op en achter de auto van R.A.R. bij vertrek van Zoersel op 23 februari 2008 (Foto: Bob Rongé)

In deze periode kreeg de OO-MLD ook haar twee tiptanks. Die waren bij R.A.R. voorhanden en konden op een Mk.III gemonteerd worden.

OO-MLD Tipsy Nipper T.66 Mk.III bij R.A.R. op Antwerpen, 2 mei 2008 (Foto: Henk Wadman)

Op 6 maart 2008 werd de OO-MLD te naam gesteld op Cris Neidt met Raymond Cuypers als houder van het toestel. Dit omdat bij een Belgisch vliegtuig altijd een Belgische vertegenwoordiger ingeschreven moet staan. Het zou tot eind 2009 duren voordat de OO-MLD weer klaar was om te vliegen.

OO-MLD Tipsy Nipper T.66 Mk.III

In de tussentijd was het kistje ook voorzien van de huiskleuren van CNE Air. Die kenmerken zich onder andere door een rode en een blauwe vleugel. Op de vleugels kwam het logo van CNE Air te staan. Zoals iedere schilder die trots is op zijn werk is ook de Nipper “gesigneerd” door R.A.R.

De “handtekening” van R.A.R. op de staart van de OO-MLD

De OO-MLD kreeg als naam ‘Pim” op zijn neus. Dat is de naam van een van de kleinkinderen van Cris Neidt. Alle toestellen bij CNE Air dragen namen van familieleden.

OO-MLD Tipsy Nipper T.66 Mk.III op Schaffen-Diest, 14 augustus 2010 met op de neus de naam “PIM” (Foto: Henk Wadman)

Op de romp verscheen de tekst “De kleinste van de familie” (in blauw links en in rood rechts, net als de kleur van de vleugels). Of “de kleinste van de familie” ook voor Pim geldt/gold weten we alleen niet.

OO-MLD Tipsy Nipper T.66 Mk.III is “De kleinste van de familie”
De OO-MLD naast de D-FAIR, de grootste en de kleinste in de vloot van CNE Air (Breda/Seppe, 18 juni 2017, Foto: Loet Kuipers)

Op 17 maart 2010 vloog de OO-MLD pas weer opnieuw. Op de 18 maart vloog de Nipper naar zijn nieuwe thuisbasis, Midden-Zeeland. Er werd daarna niet veel met de OO-MLD gevlogen. In 2010 werd de Fly-In op Schaffen Diest bezocht, maar veel meer dan zo’n 14 uur werd over de jaren niet gevlogen. Opnieuw kwam een einde aan het actieve leven van de OO-MLD op 27 september 2014. Vervolgens werd de Tipsy Nipper opgeslagen in de hangaar van CNE Air.

Een zeldzame foto van de OO-MLD vliegend in zijn CNE Air-kleuren op Schaffen-Diest, 14 augustus 2010 (Foto: Georges van Belleghem collectie)
OO-MLD Tipsy Nipper T.66 Mk.III op Midden-Zeeland, 26 mei 2012 (Foto: Henk Wadman)

Derde restauratie

Nu CNE Air haar activiteiten gaat afbouwen is de OO-MLD op 27 april 2021 overgegaan naar Ronald van Steijn. Hij bracht de OO-MLD over de weg op zaterdag 1 mei 2021 naar Lelystad Airport. Daar zal hij samen met Luuk van Hooijdonk (bekend van Wings over Holland) de OO-MLD in hun spaarzame vrije tijd weer luchtwaardig maken. De inschatting is dat daar niet veel voor nodig is, het toestelletje ziet er nog prima uit en heeft in zijn hele carrière maar weinig gevlogen. In totaal staat 180 uur op de HOBS-teller. De hoop is dat de Tipsy Nipper over een maand of drie vliegklaar is.

Het urentellertje (Hobbs) in het zijpaneeltje geeft nog maar 180 uur aan
Ronald van Steijn met zijn zoon bij de OO-MLD Tipsy Nipper T.66 Mk.III op 1 mei 2021 op Lelystad Airport (Foto: Luuk van Hooijdonk)

Nieuwe eigenaar

Ronald van Steijn in zijn pasgekochte OO-MLD Tipsy Nipper T.66 Mk.III (Breda/Seppe, april 2021, Foto: collectie Ronald van Steijn)

De nieuwe trotse bezitter van de OO-MLD is Ronald van Steijn. Daarmee gaat een lang gekoesterde wens van hem in vervulling. Via zijn vader is hij in de luchtvaartwereld terecht gekomen en op jonge leeftijd bezocht hij met hem onder andere de Fly-In op Schaffen Diest. Daar kwam hij ook oog in oog te staan met de kleine Tipsy Nipper. “Als ik later groot ben…” moet hij toen gedacht hebben.

De vader van Ronald – Bert van Steijn – hebben we in een artikel op AirOnline.nl trouwens al eens eerder langs zien komen. Hij was jaren geleden bezig met de bouw van de – helaas nooit afgebouwde – Sequoia F.8L Falco. Die PH-BVS had moeten worden.

Ook weer via zijn vader, die instructeur bij de Martinair Vliegschool was, kwam Ronald terecht op Vliegveld Lelystad. Eerst leek een technische baan in de luchtvaart voor hem in het verschiet te liggen en werkte hij in 1988 al aan vliegtuigen bij Aviation Maintenance, samen met Luuk van Hooijdonk. Staat eerder vermeld. Die technische loopbaan duurde tot het moment dat hij het indertijd welbekende bonnetje uit de AVRO-bode invulde en zich aanmeldde voor de vliegersopleiding bij de Koninklijke Luchtmacht.

(PH-BVS) Sequoia F.8L Falco werd nooit afgebouwd door vader Bert van Steijn (Foto: collectie Ronald van Steijn)

Ronald is in 1990 bij de KLu gekomen en heeft elf jaar op de F-16 gevlogen. Daarna volgde tien jaar als vlieginstructeur op de Northrop T-38 Talon in de Verenigde Staten. In de tijd dat hij aan de andere kant van de Oceaan woonde heeft hij korte tijd gevlogen met de N35SL, een Monnett Sonerai II-L uit 1995. Daarna heeft hij met plezier vijf jaar lang in zijn vrije tijd op de N63181 gevlogen. Dat was een Cessna 150M.

Ronald van Steijn vloog 11 jaar lang op de F-16 (16x F-16A/B KLu, Leeuwarden, 2 juli 1994)

Uit Amerika heeft hij nog een complete kit meegenomen van de Sonex Onex met het idee om die in Nederland te gaan bouwen. Alles was aanwezig, motor, instrumenten, enzovoort. Tot bouwen is het nooit gekomen en de hele kit is in 2018 naar Duitsland verkocht.

Uiteindelijk bleef de wens voor een eigen toestel bestaan en zo zijn we dan bij de OO-MLD aangekomen. Ronald heeft nog nooit op een Tipsy Nipper gevlogen, maar zijn liefde van jongs af aan voor dit toestelletje heeft hem er toch toe gebracht om er nu een aan te schaffen.

Zo lijkt de OO-MLD Tipsy Nipper T.66 Mk.III een imposant toestel

Het contrast met de Tipsy Nipper kan overigens niet groter zijn met het toestel waar Ronald na zijn Amerikaanse tijd gedurende zes jaar in Nederland voor de KLu op heeft gevlogen; de reusachtige McDonnell Douglas KDC-10 tanker.

De KDC-10 was zes jaar lang het kantoor van Ronald van Steijn (T-264, Volkel, 14 juni 2019)

Tegenwoordig geeft Ronald Steijn alweer twee jaar instructie op de Pilatus PC-7 Turbo Trainers op Woensdrecht. Ook is hij actief bij de KLu Historische Vlucht op Gilze Rijen. Hij vliegt daar onder andere de Cessna 172, de Bellanca Scout, de Harvards en op de Stinson. Verder heeft hij een tijdje op de B-25 Mitchell gevlogen en staat hij op de nominatie om op de Spitfires te gaan vliegen die door de KLuHV worden gevlogen.

Tegenwoordig is Ronald van Steijn instructeur op de Pilatus PC-7 zoals deze L-09 (Woensdrecht, 13 juni 2015)
Een reclamesleepje van CNE Air met de G-BFPS Piper PA-25-235 Pawnee D

Voeg bij alle ervaring van hierboven nog vele uurtjes reclameslepen voor CNE Air, uurtjes instructie geven bij de Eindhovense Aero Club Motorvliegen en we kunnen stellen dat Ronald van Steijn een zeer ervaren vlieger is die op veel verschillende toestellen gevlogen heeft. Behalve dan op de Tipsy Nipper… maar daar gaat snel verandering in komen!

Hier zal Ronald Steijn zo snel mogelijk plaats nemen voor een vlucht

Op Lelystad

De OO-MLD kwam op zaterdag 1 mei in de tweede helft van de dag in twee delen aan op Lelystad Airport. Eerst werden de vleugels gebracht. Deze zijn aan elkaar verbonden door de hoofdligger met daartussen de canopy en het instrumentenpaneel. Een tweede instrumentenpaneeltje zit aan de rechterzijde van de cockpit. Naderhand is de romp vanuit Breda/Seppe overgebracht.

De vleugel met de canopy op Lelystad Airport
De bescheiden cockpitinstrumenten van de OO-MLD Tipsy Nipper T.66 Mk.III

Voor in de neus van het toestel zit de brandstoftank van 35 liter. De tekst die daarop staat is normaal afgeschermd door de hoofdligger van de vleugel met daar boven op het instrumentenpaneeltje. Op de tank is ‘AVION’ te lezen met daarachter ‘NIPPER T66/MK1’. Dat zou kunnen betekenen dat dit kistje eerst als Mk.1 is gebouwd, daarna een Mk.2 is geworden (zie ook het typeplaatje) en door zijn huidige motor een Mk.III is geworden.

Tekst op de brandstoftank die normaal door de hoofdligger met instrument wordt afgedekt

De onderdelen zullen binnenkort weer samengevoegd worden. De kleuren van het kistje zullen ongewijzigd blijven. Wel worden de CNE Air stickers verwijderd. Ook zal de tekst “De kleinste van de familie” van de romp verdwijnen.

De CNE Air stickers worden verwijderd

Het is overigens de bedoeling dat de Tipsy Nipper op Lelystad zijn thuisbasis houdt. Dit ondanks het feit dat Ronald van Steijn in Brabant woont. Zijn ouders wonen nog altijd in Lelystad dus de route is meer dan bekend.

OO-MLD Tipsy Nipper T.66 Mk.III bij vertrek van Breda/Seppe (1 mei 2021, Foto: collectie Ronald van Steijn)
Vader en zoon bij de OO-MLD op Lelystad Airport (1 mei 2021, Foto: Luuk van Hooijdonk)
Voorzichtig wordt de OO-MLD Tipsy Nipper T.66 Mk.III van de aanhanger gereden (Lelystad Airport, 1 mei 2021, Foto: Luuk van Hooijdonk)
De OO-MLD Tipsy Nipper T.66 Mk.III wordt in zijn nieuwe onderkomen gereden (Lelystad Airport, 1 mei 2021, Foto: Luuk van Hooijdonk)

Na bijna 7 jaar zal deze Nipper weer het luchtruim kiezen. Als de eerste vlucht van Ronald van Steijn met zijn Nipper plaatsvindt vóórdat de laatste KDC-10 van de KLu met pensioen gaat, is zijn grote wens om één keertje met de Tipsy op Eindhoven te landen en dan naast de impostante KDC-10 te parkeren. Een groter contrast is er voor een vlieger bijna niet denkbaar! We kijken uit om de kleine rakker snel weer in de lucht te zien. Zet hem op mannen!

Met dank aan Ronald van Steijn en Luuk van Hooijdonk voor hun input bij de totstandkoming van dit artikel. Verder dank aan de bereidwillige informatiebronnen Walter Van Brempt, Henk Wadman, Bob Rongé, Luc Wittemans en Johan Visschedijk (voor het raadplegen van het archief van Walter van Tilborg). Ook het boek ‘Tipsy Nipper story’ van Raymond Cuypers heeft als bron gediend. De advertenties van de Nipper komen van The Aviation Ancestry Database of British Aviation Advertisements.

Een gedachte over “De kleinste van de familie op Lelystad Airport

  1. Een geweldig en informatief verhaal over de geschiedenis van het vliegtuig. Ronald we wensen je nog vele vlieguren toe met dit kekke vliegtuig.

Geef een reactie