Lelystad Airport, 31 mei 2021 – De “High Lady” has arrived! En hoe! Onder speciale begeleiding werd vandaag een zeecontainer afgeleverd op Lelystad Airport met daarin de N7612 Supermarine Spitfire Mk.26B. Dit is de 90%-schaal Spitfire replica van de Stichting Project Spitfire. Deze kist draagt de naam “High Lady”. De Stichting heeft deze Amerikaanse experimental in de Verenigde Staten gekocht en per zeecontainer verscheept naar Nederland.
PH-PSF
Het toestel zal gaan vliegen met de registratie PH-PSF (van Project SpitFire). Het is daarmee tevens het laatste in het buitenland gebouwde en geregistreerde vliegtuig met een experimentele status die een PH-registratie gaat krijgen. Vanaf 1 oktober 2020 heeft de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) besloten om dit niet langer te doen. De PH-PSF is nét op tijd in de laatste dagen van september 2020 aangemeld bij ILT.
Van ILT is speciale ontheffing gekregen om de Nederlandse registratie in kleinere letters op de romp te voeren. Op de plek waar nu nog N7612 staat komt met dezelfde afmeting PH-PSF te staan. Bij vliegtuigen met een historisch uiterlijk, zoals deze, kan ILT daar speciaal toestemming voor geven.
De PH-PSF is een zelfbouwtoestel in de vorm van een op schaal gebouwde Spitfire replica en is ontwikkeld door de Australiër Mike O’Sullivan. Zijn eerste model werd de Spitfire Mk.25. Dit is een toestel op 75% van de grootte van een echte Spitfire en is een eenzitter. De nazaten van de ontwerper van de Spitfire zijn akkoord met de toekenning van de naam ‘Supermarine Spitfire’ aan dit vliegtuig. Vervolgens is dan ook doorgenummerd na de laatste versie van de oorspronkelijke toestellen, de Spitfire Mk.24.
Hierna is O’Sullivan een tweezitter gaan bouwen, die werd 80% van een echte spitfire. Alleen de vleugels bleven op 75% van de afmetingen. Deze versie werd de Spitfire Mk.26.
De backseat van de Mk.26 was wel wat krap bemeten en daarom werd een 90%-versie gebouwd. Ook nu weer met de 75%-schaal voor de vleugels. Hierin is de tweede zitplaats iets ruimer bemeten. Deze versie werd de Spitfire Mk.26B genoemd. Dit is ook de versie die nu in Nederland is aangekomen.
Vooral in Engeland – het Spitfire-land bij uitstek zijn de Mk.26/Mk.26B versies populair. Er staan vijftien Mk.26’s ingeschreven en drie Mk.26B’s.
Uitladen
Nadat de container gearriveerd was op Lelystad Airport werd deze geparkeerd bij de hangaarbox van de Stichting De Pionier Hangaar (DPH) op het Foxtrot-platform. Met een kniptang werd de verzegeling verbroken en vol spanning keken de aanwezigen naar de openslaande deuren. Zou de kist de overtocht goed doorstaan hebben?! Dat was gelukkig het geval!
Voor het uitladen was de heftruck van Lelystad Airport geleend. Zelf had Project Spitfire een gecertificeerde chauffeur hiervoor geregeld.
De moeilijkheid bij het uitladen was dat het toestel ongeveer onder een hoek van 45 graden in de container hing aan spanbanden. Zonder vleugels was de “High Lady” nog te breed voor de verpakking tijdens de reis. Er moest daarom goed doordacht gehandeld worden om de kist niet bij het uitladen te beschadigen. Na veel puzzelen lukte dat en heel beheerst, voetje voor voetje, werd de Spitfire uit de zeecontainer geschoven.
Eenmaal buiten moest de romp nog voorzichtig gekanteld worden zodat beide hoofdwielen tegelijk op de grond zouden komen. Ook dit was een behoedzaam proces. Centimeter voor centimeter zakte de kist naar beneden en zette uiteindelijk voet op Nederlandse bodem.
Hierna was het uitladen zo gepiept. De vleugels werden in een verrijdbare bok geplaatst die door een bereidwillige vliegtuigbouwer beschikbaar was gesteld. Ook de motorbeplating en enkele andere losse onderdelen werden in de hangaarruimte getild.
Oorsprong
De N7612 (c/n 077) is oorspronkelijk in Australië gebouwd. Kort daarop is de bouwer met zijn bedrijf naar Cisco in Texas in de Verenigde Staten verhuisd. De N7612 ging mee en heeft 2010 als bouwjaar. Sinds 9 december 2011 is het toestel luchtwaardig en werd er als demonstrator mee gevlogen. Daarbij heeft het toestel 275 vlieguren gemaakt.
Als motor is een flinke Chevrolet V8 LS2 motor gebruikt. Dit is een achtcilinder krachtbron, goed voor 430 pk (316 kW). Dat is best veel vermogen voor zo’n relatief klein kistje.
De 6,0 liter V8 LS2 motor werd geproduceerd door General Motors voor gebruik in prestatievoertuigen en sportwagens. Dit blok maakt deel uit van GM’s Gen IV Small Block motorfamilie en werd voor het eerst geïntroduceerd in de 2005 Chevrolet Corvette C6, Chevrolet SSR en de Pontiac GTO.
De motoruitlaten zijn zo gefabriceerd dat het lijkt of de acht cilinders twaalf uitlaten hebben. Daarmee lijkt het of er ook een afgeslankte twaalfcilinder motor op de neus zit, maar dat is dus niet het geval.
De N7612 heeft momenteel twee identificatieplaatjes. Een bevindt zich aan de motorzijde van het brandschot en de tweede is onder de linker staartvleugel vastgenageld. Beide plaatjes zijn met de hand gegraveerd en zijn van het model zoals de EAA (Experimental Aircraft Association) in de Verenigde Staten dit hanteert.
Het plaatje bij de motor is niet helemaal goed leesbaar. Ons vermoeden is dat deze stamt uit de tijd dat de kist in Australië is gebouwd. Op het plaatje onder de staartvleugel is namelijk Cisco als plaats van de bouwer opgenomen. Daar is Mike O’Sullivan later pas gaan wonen.
Fotoverkenner
De N7612 draagt de kleuren van de PA892 en dat was oorspronkelijk een Spitfire PR.XI. Dat type werd ingezet als fotoverkenner en die toestellen vlogen in een blauwe kleur die ook op de N7612 is terug te vinden. De oorspronkelijke PA892 was gebouwd in de Britse Chattis Hill Spitfire Factory. Het toestel heeft voor het eerst gevlogen op 31 oktober 1943 en is op 14 september 1945 buiten dienst gesteld. Al die tijd was het toestel gebaseerd in Engeland en droeg het de naam “My Darling Dorothy”. Op verzoek van nabestaanden is die naam niet aangebracht op de N7612 maar heet het toestel “High Lady”.
De militaire kenmerken op deze kist vertegenwoordigen de eerste Amerikaanse Spitfire met een Amerikaanse vlieger die een missie heeft gevlogen bij de 8th Photo Group. De eerste foto’s werden gemaakt op 6 maart 1944 boven Berlijn na een Amerikaans bombardement op de stad.
Kleine dingetjes
Op het eerste gezicht heeft de Spitfire Mk.26B de overtocht goed doorstaan. Het meest in het oog springend was dat de rechter band van het landingsgestel leeg was. Een terstond geleende voetpomp bracht hierbij uitkomst.
Ook hadden de spanbanden op twee plekken de lak een beetje beschadigd. Een plek werd meteen gecamoufleerd met een provisorisch gemaakte sticker van de Stichting Project Spitfire.
Tot slot moet het railsje van de canopy een beetje gesmeerd worden, de kap ging stroef open de eerste keer aan deze kant van de Atlantische Oceaan.
Radioactief
Bij projecten als deze verloopt er altijd wel iets niet helemaal volgens plan. Bij deze Spitfire Mk.26B was dat geen uitzondering. Wat is het geval; bij aankomst in de haven van Rotterdam werd de container door een scanner gehaald om radioactiviteit op te sporen. Daar sloegen de meters te ver uit om de container vrije doorgang ge verlenen. Oorzaak bleek de radioactieve verf te zijn op een aantal authentieke instrumenten in de cockpit.
Deze instrumenten waren afkomstig van de Ooms van de bouwer Mike O’Sullivan. Deze hadden in de Tweede Wereldoorlog in Engeland op Spitfires gevlogen en brachten enkele onderdelen nadien mee naar Australië, waaronder een aantal instrumenten. Die zijn vervolgens in de N7612 verwerkt. Meest in het oog springende onderdeel van deze kist is daarbij de “spade”, de steurknuppel van het toestel. Deze komt uit een echte oude Spitfire.
De verf op die instrumenten zorgt voor een fluorescerend effect zodat de meters ook in het donker afgelezen kunnen worden. Vroeger hadden bijvoorbeeld veel wekkers naast ons bed ook deze verf. Alleen die verf bevat Radium en dat is radioactief. Het gaat hier om de isotoop 226Ra met een halveringstijd van de straling van 1.600 jaar.
Gevaarlijk? Ja en nee; zolang men niet met het materiaal in contact komt en er niet urenlang aan blootgesteld wordt valt alles wel mee. Anders bestaat de kans dat de straling kankerverwekkend is. Omdat de instrumenten voorzien zijn van glas en in een goede staat zijn was er geen acuut gevaar. Toch is het wettelijk verplicht dat het vervolg van het transport onder begeleiding van deskundigen moest plaatsvinden.
Dat vervoer werd (met wat vertraging) geregeld. Een apart bevoegde begeleider met stralingsmeters en een chauffeur die bevoegd is om met radioactieve stoffen te rijden brachten de container naar Lelystad Airport. Op de container werden stickers geplakt om de aard van de lading te duiden.
Direct na aankomst werd het toestel met een stralingsmeter gecheckt. Ook de losse onderdelen als de vleugels werden niet overgeslagen.
Eenmaal in de cockpit werd instrument voor instrument met een kleiner apparaat bekeken waar de boosdoeners zaten. Dat waren er uiteindelijk drie; de remdrukmeter, de stijg- en daalmeter en de hoogtemeter. De eveneens authentieke G-meter mocht blijven zitten.
Er was gezorgd voor een deskundige monteur in de vorm van Ruben Penterman van Aviatiek Aircraft Maintenance. Hij heeft de onderdelen netjes verwijderd en overgedragen aan de begeleider van het transport. Deze brengt de instrumenten naar Aviodrome. Daar is men bevoegd om dergelijke instrumenten te beheren.
Luikjes open
Nadat alles ten aanzien van radioactiviteit achter de rug was werd een begin gemaakt met de inspectie van het toestel. Daarvoor werden één voor één alle inspectieluikjes van het toestel opengeschroefd. Ruben Penterman bekeek alle delen minutieus.
Ook werd er “spanning” op het toestel gezet om te kijken of de elektrische systemen naar behoren functioneerden.
Er werd nog een zoektocht gestart naar het sleuteltje voor het slot op de tankdop. Alleen na nog een beetje ‘morrelen’ ging de dop los zonder sleutel. De zoektocht kon gestaakt worden…
Propeller
Bij aankomst mistte de N7612 nog haar propeller. Deze was nog voor de koop destijds in de Verenigde Staten beschadigd geraakt en moest vernieuwd worden. Bij de fabrikant MT-Propellers in Duitsland zijn de gewenste propellerbladen vervaardigd. Toevallig of niet, maar ook vandaag kwam de gerepareerde propeller aan in een aparte zending.
In elkaar zetten
De komende weken worden gebruikt om de PH-PSF luchtwaardig te maken. De vleugels gaan er weer op, er komen nieuwe instrumenten in en de nieuwe propeller wordt gemonteerd. Daarna kunnen de proefvluchten beginnen.
Als alles achter de rug is zal de PH-PSF verhuizen naar Vliegveld Hilversum. Met de drie grasbanen is dat een prima geschikt veld voor dit staartwielvliegtuig zodat altijd met maar weinig crosswind geland hoeft te worden. De hangaarruimte van de Stichting DPH is tot 1 juli 2021 beschikbaar voor de “High Lady”. Daarna wordt er weer ruimte gemaakt voor een ander zelfbouwproject wat in zijn eindfase afgebouwd gaat worden. Dus als het goed is zou de PH-PSF voor 1 juli 2021 het luchtruim moeten kiezen. We kijken er naar uit!
4 gedachten over “De “High Lady” van Project Spitfire has arrived!”
Mooi en uitgebreid verslag!
Of onze Chevy nou echt 430 pk heeft valt te bezien, Supermarine zegt het wel op hun geheel vernieuwde website, andere bronnen houden het op 400 pk. Feit is dat de motor geknepen moet worden tot max 200 kW op de prop. De door Supermarine Aircraft In House ontworpen Propeller Speed Reduction Unit neemt al 20% van de kracht die de krukas aflevert aan de propeller weg, de motor management Computer de resterende procentjes. Los daarvan zijn we sowieso van plan om Noise Reduction Take-Off’s te gaan maken: we willen de buren van Vliegveld Hilversum graag als vriend houden. Want u weet wat het gezegde is: beter een goede buur…. dan een verre vriend.
http://www.supermarineaircraft.biz
Mooie foto,s Berend heerlijk om te zien en weer een reden Hilversum te bezoeken zodra ze luchtwaardig is.Ik kijk er al naar uit!