Dayton, 31 juli 2017 – De Curtiss-Wright AT-9 is een grappig ogend tweemotorig opleidingstoestel. Deze tweemotorige kist biedt plaats aan twee personen. Deze twin moest het gat opvullen tussen de eenmotorige trainers (zoals de AT-6 Texan) en de zwaardere bommenwerpers waar veel piloten voor opgeleid werden in de Tweede Wereldoorlog. Ontworpen als CW-25 maakte dit vliegtuig haar eerste vlucht in 1941. Het prototype was voorzien van een gelast buizenframe met een linnen bespannen romp en vleugels. Het uiteindelijke productiemodel (1942) werd de AT-9 (Advanced Trainer 9) genoemd en had een geheel metalen beplating.
Lastig vliegen
De AT-9 werd ontwikkeld om de karakteristieken van de Amerikaanse bommenwerpers uit die tijd na te bootsen. Het toestel was expres instabiel ontworpen en was lastig te vliegen. Zo konden leerling piloten wennen aan de veeleisendheid van het vliegen met zwaardere bommenwerpers. Voor dit zelfde doel gebruikte de United States Army Air Force (USAAF) bijvoorbeeld ook de wat grotere (reeds bestaande) Cessna T-50 Bobcat die als AT-8 en AT-17 in gebruik werd genomen. Die gedroegen zich gemoedelijker in de lucht.
Van de AT-9 versie zijn er 491 gebouwd. Dit model was uitgerust met twee Lycoming R-680-9 stermotoren (295 pk / 220 kW). Vervolgens zijn er nog 300 AT-9A’s gebouwd. Die verse was voorzien van de gelijkwaardige Lycoming R-680-11 stermotoren en had bovendien een aangepast hydraulisch systeem. Samen met de enige CW-25 (prototype) is de teller op 792 exemplaren blijven steken.
Jeep
De naam van de AT-9 was aanvankelijk ‘Fledgling’ (beginneling). Naderhand werd de stoerdere naam ‘Jeep’ gebruikt en daarmee werd het toestel dan ook meer bekend. Daarmee heeft de AT-9 dezelfde naam als de Willy MB Jeep terreinwagen die iconisch is voor de Tweede Wereldoorlog.
Kort in gebruik
De AT-9 en AT-9A is tussen 1941 en februari 1943 in productie geweest. Ze zijn niet lang gebruikt, tot eind 1943. Veel zijn middels crashes en incidenten vroegtijdig onbruikbaar geraakt. Al snel kwamen er voldoende zwaardere B-25 en B-26 bommenwerpers beschikbaar die voor de training van de piloten en crew tegelijk gebruikt konden worden. Vanwege de lastige vliegeigenschappen van de AT-9 werd er ook na de oorlog niet actief gezocht naar nieuwe civiele eigenaren voor dit model. Er zijn er een paar in het civiele register terechtgekomen, maar ook die werden alweer snel buiten dienst gesteld.
Twee bewaard
Er zijn maar twee exemplaren bewaard gebleven van de Curtiss-Wright AT-9 Jeep. Een is in opslag in het Pima Air & Space Museum in Tucson, Arizona. Dit is de 42-56882. Deze AT-9A is niet compleet en zal eerst grondig gerestaureerd moeten worden alvorens het ten toon gesteld kan worden.
De tweede overgebleven AT-9 Jeep is de 41-12150. Dit exemplaar bevindt zich in de collectie van het National Museum of the United States Air Force in Dayton, Ohio. Ook dit toestel was aanvankelijk verre van compleet. Het is een samenvoeging van twee incomplete frames met daarbij nieuw gefabriceerde onderdelen.
De 41-12150 werd in 1942 ingedeeld bij het 69th Twin Engine Flight Training Station op Ellington. Op 17 december 1942 raakte het toestel beschadigd tijdens het taxiën en werd afgedankt. Vervolgens kwam de AT-9 terecht op een boerderij in Texas. Hier lag de kist jarenlang verwaarloosd tot het in 1981 door Roger M. Freeman uit San Atonio, Texas werd opgepikt. Sinds 1983 is de AT-9 in het museum in Ohio en tussen 1983 en 1988 is de restauratie uitgevoerd.