
Lelystad Airport, 15 april 2025 – Tijdens een korte tankstop was op 15 april 2025 de Deense OY-DBM te zien op Lelystad Airport. Dit is een – zeker in Europa – zeldzame Champion 7FC Tri-Traveler. Dit toestel vindt zijn oorsprong in de Aeronca 7AC Champion. Dat model (met staartwiel) vloog voor het eerst op 29 april 1944 en kwam vanaf 1945 in productie bij Aeronca Aircraft, als tegenhanger van de populaire Piper J3 Cub.

Tot 1951 werden er door Aeronca Aircraft zo’n 8.000 varianten van de Champion gebouwd. Daarna stopte de productie omdat de markt voor lichte vliegtuigen verzadigd was geraakt. In 1954 gingen de productierechten over naar Champion Aircraft. Zij produceerden in Osceola, in de Amerikaanse staat Wisconsin, diverse varianten van deze tweezitter, waaronder de Champion 7FC Tri-Traveler die we vandaag zagen langskomen. Ook legde Champion de basis voor een aerobatic-uitvoering, een doorontwikkeling die men de naam Citabria gf.

In september 1970 nam Bellanca Aircraft Champion Aircraft over, waarna zij de Bellanca Citabria en Decathlon op de markt brachten. De productie bij Bellanca liep door tot april 1980.

In december 1989 diende een vierde partij zich aan die zich over het aloude ontwerp van Aeronca boog: de American Champion Aircraft Corporation. Tot op de dag van vandaag leveren zij nieuwe toestellen in de Scout-, Citabria- en Decathlon-reeks.

Terug naar de Tri-Traveler. Dit model kwam in 1957 op de markt en was qua uitrusting identiek aan de Champion 7EC DeLuxe Traveler. Het meest opvallende verschil is uiteraard het neuswiel in plaats van een staartwiel. Hierdoor is de Tri-Traveler iets langzamer dan de 7EC Traveler en ook 41 kg zwaarder dan de staartwielversie. Van de 7FC Tri-Traveler-versie zijn in totaal 472 exemplaren gebouwd. De reeks constructienummers loopt van 7FC-1 tot en met 7FC-472.

Destijds was de uitvoering met neuswiel populair bij vliegscholen. Een toestel met neuswiel laat zich door een onervaren leerling-piloot beter landen dan een staartwielkist. Eigenlijk vinden we dat bij dit ontwerp een staartwiel hoort. En daarin staan we niet alleen. In de Verenigde Staten zijn voorbeelden van 7FC Tri-Travelers die zijn omgebouwd tot een “7EC Traveler” met staartwiel.


Standaard heeft de Champion 7FC Tri-Traveler een Continental C90-12F-motor, goed voor 90 pk (67 kW). De OY-DBM, die we op Lelystad Airport zagen, is later voorzien van een 100 pk (73 kW) sterke Continental O-200-A-motor. Met die 10 pk extra weet het toestel nog steeds weinig snelheid op te bouwen. Vandaag werd met zo’n 60 knopen gevlogen en dat is niet bijster snel…

De Deense OY-DBM werd in 1961 gebouwd en draagt constructienummer 7FC-454. Het is daarmee een van de laatst gebouwde toestellen van dit model. De eerste registratie was N9922Y en in 1994 kwam het toestel naar Denemarken. Daar was aanvankelijk de registratie OY-DBB gereserveerd, maar uiteindelijk werd het toestel op 14 oktober 1994 ingeschreven als OY-DBM. De eigenaar werd Jens Kristian Frost uit Smørum.

In de jaren voor 2009 heeft het toestel een tijd niet gevlogen. Op 11 november 2009 werd vervolgens een nieuw Bewijs van Luchtwaardigheid afgegeven.
De OY-DBM was op weg naar Engeland. In de ochtend werd gestart op Roskilde (EKRK). Een eerste tussenstop werd na een uur en een kwartier gemaakt op Kiel-Holtenau (EDHK). Hierna werd in twee uur en veertig minuten naar Lelystad Airport gevlogen, waar de nodige liters UL94 werden getankt. De derde vlucht van de dag zou de Tri-Traveler naar Midden-Zeeland (EHMZ) brengen, met een vliegtijd van anderhalf uur.

De volgende dag werd vanaf Midden-Zeeland het Kanaal overgestoken naar Manston Airport, oftewel Kent International Airport (EGMH) en Enstone (EGTN). We zijn benieuwd of de Tri-Traveler alleen op bezoek is in Engeland, of dat het een afleveringsvlucht betreft. Het bezoek aan Nederland was in elk geval bijzonder te noemen, want zoveel van dit type vind je niet in Europa.