
Breda / Seppe, 2 mei 2025 – Op vrijdagmiddag 2 mei 2025 landde op het vliegveld Breda International Airport (wij blijven stellig Seppe zeggen…) een nieuwe toevoeging aan de vloot van Nederlandse ‘warbirds’. Vanuit Hoogeveen werd de PH-FBO overgevlogen. Dit is een Stinson L-5 Sentinel die onlangs is aangeschaft door Frank Boermans uit Oosterhout.

Dit toestel is een van de vele L-Birds die in de Tweede Wereldoorlog een belangrijke verbindingsrol speelden. De L staat voor liaison – verbinding. Nog bekender dan de L-5 is de Piper L-4 Grasshopper, maar de L-5 Sentinel is een goede tweede. Qua prestaties is de Stinson echter niet te vergelijken met de Piper. De Stinson is een veel groter, ruimer, robuuster en sterker vliegtuig.

Familiestamboom
Eind jaren 30 wilde Stinson, destijds een divisie van de Consolidated Vultee Aircraft Corporation (beter bekend als Convair), een tweezits toestel op de markt brengen. Het ontwerp werd aangeduid als HW-75 en later als Model 105.

Aanvankelijk had dit toestel een 50 pk sterke Franklin-motor, maar deze werd vervangen door een exemplaar van 75 pk. Het aantal zitplaatsen kon daardoor stijgen naar drie. De, nog steeds vooroorlogse, opvolger van de Stinson 105 werd de Stinson 10(A) Voyager. De verbeteringen waren een ruimere cabine en een motor die betere prestaties leverde.

Door de Tweede Wereldoorlog werd de productie van civiele toestellen stopgezet en begon Stinson met de bouw van Model 76. Dit was in feite een Stinson 10A met zoveel mogelijk ramen in de cabine en waarbij de zitplaatsen achter elkaar werden geplaatst. Als motor kreeg Model 76 een krachtige 185 pk sterke Lycoming-motor mee. Dit model werd bekend onder de militaire typaanduiding Stinson L-5 Sentinel en vloog voor het eerst op 28 juni 1941.

De Stinson L-5 is van 1942 tot en met 1945 in productie geweest en er zijn zo’n 3.590 exemplaren van de band gerold. Na de oorlog bracht Stinson de civiele Model 108 op de markt. Dit was een groter toestel gebaseerd op de Stinson 10A Voyager en bood plaats aan vier personen. Hier zijn weer diverse varianten van verschenen.

Groter dan een Grasshopper
Frank Boermans is al sinds 2021 eigenaar van een historisch interessante Piper L-4J Grasshopper. Dit toestel is de N1227N / 45-5060. De L-4J heeft dienst gedaan in de Pacific tijdens de Tweede Wereldoorlog. Van toestellen uit die regio zijn maar weinig exemplaren bewaard gebleven. En deze Piper is bijzonder omdat het toestel nog steeds zijn eerste originele motor heeft bij het frame waarmee het op 19 juni 1945 de Piper-fabriek in Lock Haven (Pennsylvania) verliet.

Na een aantal jaren ontstond de wens voor een groter vliegtuig. Eentje waarin meer dan alleen een tandenborstel en een gummetje meegenomen kon worden tijdens een trip met overnachting. Er werd serieus gekeken naar diverse Stinsons. Een Stinson 108 Voyager was een optie, maar uiteindelijk werd vastgehouden aan een toestel met een militaire historie en uiterlijk. Zo werd de voormalige I-VISP gevonden in het Roma-Tokyo Hangar Museum op L’Aeroporto di Thiene Arturo Ferrarin, ten noordwesten van Venetië. Op 24 oktober 2024 werd de koop gesloten. Op dat moment had de L-5 Sentinel 6.080 vlieguren op de teller, waarvan 300 sinds de restauratie van 2006.

Deze Italiaanse Stinson vloog in de Tweede Wereldoorlog in de Italiaanse regio en is later in Europa gebleven. Het was destijds te kostbaar om alle vliegtuigen die in Europa door de Amerikanen gebruikt waren terug te brengen naar de Verenigde Staten, los van het feit dat men de toestellen daar niet nodig had.

Historie PH-FBO
De bewuste Stinson werd in 1949 overgenomen door de Italiaanse Luchtmacht, Aeronautica Militare. Met het militaire serial MM52839 werd er tot 1954 mee gevlogen als opleidingstoestel. De Italianen hadden er in totaal 114 overgenomen en pasten ze aan door remmen te monteren en achterin een instrumentenpaneeltje en trimbediening voor de instructeur.

Na zijn militaire carrière kwam de L-5 in oktober 1954 terecht in het Italiaanse civiele register als I-AEEP op naam van Ministerio Difesa Aeronautica. De eigenaar werd vervolgens Aéro-Club d`Italia en in 1954 werd het toestel gereviseerd bij IMAM in Capodiccio. Het toestel deed dienst bij diverse vliegclubs in Italië, vanaf 12 oktober 1967 bij de Aero-Club Torino. Daar werd het toestel gebruikt om zweefvliegtuigen omhoog te brengen, totdat het in 1998 aan de kant werd gezet.
Uiteindelijk vond de vorige eigenaar, Giorgio Bonato, het toestel in 2003 in Turijn in slechte staat. Hij begon met een jarenlange restauratie en zo kon de L-5 in 2006 weer herboren als I-AEEP de lucht in. Op 29 oktober 2010 werd voor het toestel de Duitse registratie D-ELAJ gereserveerd.

Tussen 29 november 2011 en december 2012 had het toestel een permit to fly (beperkt BvL) met dit Duitse kenmerk. Daarna werd de L-5 weer overgeschreven naar het Italiaanse luchtvaartuigregister, nu als I-VISP.

Ware identiteit?
Op enig moment in de historie van dit vliegtuig is de oorspronkelijke Amerikaanse identiteit verloren gegaan. Het is dus niet bekend wat het voormalige USAAF serial van deze kist was. Dat betekent ook dat het exacte tijdstip waarop het toestel gebouwd is niet te achterhalen is. In het Nederlands register wordt 1943 aangehouden. De Stinson L-5-specialist James Gray vermoedt dat het toestel van maart 1944 is.

Cedo Nulli
De restaurateur en toenmalige eigenaar Giorgio Bonato gaf zijn Stinson uiteindelijk het serial 42-98491. Dit behoorde toe aan een toestel van het 337th Field Artillery Battalion/88th Infantry Division met de naam “The Blue Devils”. Aan het einde van de Tweede Wereldoorlog waren “The Blue Devils” gestationeerd bij Gorizia in Italië. Deze eenheid is te herkennen aan het klaverblad in de staart met daarin een wapen met een klein blauw klaverblad. De Latijnse spreuk “Cedo Nulli” betekent “Ik wijk voor niemand”. Hiernaast een foto van het toestel bij het hoofdkwartier van de 88th Infantry Division op Gorizia Airport, vermoedelijk eind ’45 of begin ’46 (Foto via Frank Boermans).

PH-registratie
Na aankomst in Nederland werd het toestel vliegklaar gemaakt op Hoogeveen. Bij de Egmond Vintage Wings heeft men hier ervaring mee en de klus was dan ook in een paar weken geklaard. Ook de aanvraag van een Nederlandse registratie verliep soepel. Frank Boermans had al eerder de registratie PH-FBO laten reserveren, die nu gebruikt werd voor zijn Stinson.

Medio december 2024 arriveerde de PH-FBO in een 13,5 meter lange trailer op Hoogeveen. Op 16 april 2025 werd de PH-FBO officieel ingeschreven en op 23 april 2025 kon het Bewijs van Luchtwaardigheid worden afgegeven. De eerste vlucht vanaf Hoogeveen met het kenmerk PH-FBO vond plaats op 26 april 2025. Bij de inschrijving is het voormalige Italiaanse militaire serienummer MM52839 als constructienummer genomen.

Naar Seppe
Op 2 mei 2025 was het zover dat de Stinson door Frank Boermans overgevlogen kon worden naar zijn nieuwe standplaats, Breda / Seppe. Hier vindt het toestel onderdak, net als zijn L-4J Grasshopper, bij het Vliegend Museum Seppe. Onder het dak van deze hangaar hebben diverse eigenaren hun historische toestellen gestald. Het museum is tegen een gering entreebedrag te bezichtigen. Kijk voor de openingsuren even op de website van het Vliegend Museum Seppe.

Onweer
Op de route Hoogeveen – Seppe ontwikkelde zich tijdens de ferryvlucht een buienlijntje met onweer. Laverend als vliegend tussen vijandelijke linies stuurde Frank zijn Stinson veilig om het slechte weer heen. Tijdens zijn “missie” werd nog even een korte observatie gedaan vanuit de lucht boven Oosterhout. Hier cirkelde het toestel een paar maal op zoek naar bevriende manschappen op de grond. Die werden ongetwijfeld zwaaiend gevonden in de achtertuin van de aldaar wonende piloot.

Eenmaal in de buurt van Seppe werd verzocht om een low-pass te maken alvorens op de grasstrip te landen. Bij het Vliegend Museum Seppe was iedereen uitgelopen om de landing gade te slaan. Na een keurige landing werd de nieuwe eigenaar van deze warbird uitgebreid door zijn vliegmaten gefeliciteerd.



Overige Nederlandse Stinson L-5 Sentinel
Op het vliegveld van Hoogeveen zijn momenteel drie L-5’s aanwezig. Twee daarvan zijn luchtwaardig, aan de derde wordt nog gesleuteld. Op Gilze-Rijen, bij de Koninklijke Luchtmacht Historische Vlucht, staat de PH-PBB. Dit voormalige toestel van Prins Bernhard beschikt helaas sinds april 2022 niet meer over een geldig Bewijs van Luchtwaardigheid.
Dan is er nog een Stinson L-5 Sentinel in Nederlands eigendom op Antwerpen. Dat is de OO-ETO (ex I-AEFU) van Henk de Jongh / Vintage Flight Foundation. Dit toestel heeft, voor zover wij weten, nog niet gevlogen met zijn Belgische registratie die op 8 januari 2019 werd toegekend. Het toestel verblijft al sinds september 2017 op Antwerpen. De laatste tijd is het erg stil rond de Vintage Flight Foundation.
Stinson L-5 Sentinel with Dutch owners |
|||||||
Registration | USAAF serial | Type | C/N | Built | Location | Owner | Remakrs |
D-ELKO | 42-99252 | Stinson L-5 Sentinel | 76-1493 | 1944 | EHHO | Hans van Egmond | Long term restauration Hoogeveen |
N255DB | 42-14847 | Stinson L-5 Sentinel | 76-050 | 1943 | EHHO | Egmond Vintage Wings | ex CF-STC |
N57797 | 42-98248 | Stinson L-5 Sentinel | 76-489 | 1943 | EHHO | Klaas Doornbos | ex PH-SEN, N57797, (PH-SEN) |
OO-ETO | 42-98596 | Stinson L-5 Sentinel | 42-98596 | 1943 | EBAW | Henk de Jongh | ex I-AEFU, MM52873, std Antwerpen |
PH-FBO | unknown | Stinson L-5 Sentinel | MM52839 | 1944 | EHSE | Frank Boermans | ex I-VISP, D-ELAJ, I-AAEP, MM52839 |
PH-PBB | 44-17113 | Stinson L-5B Sentinel | 76-3401 | 1944 | EHGR | Koninklijke Luchtmacht Historische Vlucht | ex OO-PBB, PH-PBB, Currently no CofA |
Met de aanschaf van de PH-FBO door Frank Boermans was ook een hele berg onderdelen gemoeid. Zo zijn er nog vijf frames in de eerder genoemde trailer meegekomen, waarvan er drie een herleidbaar serienummer hebben. Maar er zijn veel meer bruikbare onderdelen meegekomen. Deze kunnen bijdragen aan het in de lucht brengen en houden van de Nederlandse vloot Sentinels. En dat is wel erg mooi!

Voor wie wil weten of er iets bruikbaars voor hem of haar tussen de onderdelen zit, er kan contact opgenomen worden met Frank Boermans. En als je een goed tehuis weet voor de Piper L-4J Grasshopper van Frank, dan mag je je ook bij hem melden. Dan moet je wel een goed verhaal hebben, want deze Piper mag alleen weg naar een plek waar men besef heeft voor de historische waarde van dit toestel en dit ook respecteert.

Lees ook:
- Twee “nieuwe” Piper L-4J Grasshoppers in Nederland (deel 2 van 2)
- Restauratieproject van de Stinson L-5 Sentinel 42-99252 op Hoogeveen
- Op twee na oudste nog vliegende Stinson L-5 Sentinel, maar… “Pas op!”

Met dank aan Frank Boermans, Peter-Michael Gerhardt en Piet Luijken voor hun bijdrage aan dit artikel.
3 gedachten over “PH-FBO Stinson L-5 Sentinel, Vliegende oorlogsveteraan nieuw in Nederland”
Cedo Nulli doet me denken aan de wapenspreuk van onze infanterie (op het petembleem): Nulli Cedo met dezelfde betekenis.
Leuk stukje tekst BJ. Hoop dat we ooit achter het msn gaan komen.
Unfortunately, some of the sources consulted were faulty and there are a number of errors in the historical information about the L-5. Corrections are as follows:
(1) The L-5 fuselage is a little longer with more girth, and it stands taller with a wider track which gives the illusion that it is much bigger than the L-4 which has a longer wing and greater wing area.
(2) In the late 1930’s, Stinson was a subsidiary of the Aviation Manufacturing Corporation. It became a division of Vultee in August 1940, and Vultee did not merge with Consolidated until March 1943, five months after the first production L-5’s were delivered.
(3) The Stinson HW-75 and Model 105 are the same aircraft which was designed in 1938 and first constructed in 1939. HW-75 is the engineering designation and 105 is the marketing designation. In 1940 an 80 hp version was called the Model 10 and in 1941 a 90 hp version was marked as 10A. They all had three seats, not two, and only the 10A was christened Voyager. It had a slightly wider cabin (2 inches) but it was not significantly more spacious than the others.
(4) The HW-75 prototype was first tested with a 50 hp Lycoming engine (not Franklin) because the 75 hp geared Lycoming engine was not ready, but all production HW-75 aircraft were sold with a 75 or 80 horsepower Continental engine. .
(5) Stinson designed and built the Model 76 in 1941 and it was ordered as the L-5 in January 1942 several months before production of the Model 10A was ended.
(6) The L-5 was not “essentially a Stinson 10A with as many windows in the cabin as possible and with the seats placed one behind the other”. That is utterly wrong! The L-5 was a completely new design with no interchangeable parts. Every component was redesigned and was either larger, more robust, and/or made from different materials according to military engineering specifications.
Please refer to this page on my website for detailed, correct information. Also, the English version of the Wikipedia L-5 page was mostly edited by me and is mostly correct.